Duimen of
Denken?
Deel 3 van 7
Door Peter
Verellen
Toeval of niet, maar ik kom weer uit bij
de documentaire van Janet Ossebaard. Bij elke foto die ze toont en bij elke zin
die zij uitspreekt kunnen wij met zijn allen “bewust ja” zeggen. Zeker niet als
goedkeuring, op de afgrijselijke beelden die ze toont, maar wel, JA, we weten
het nu en het is gedaan. Dat is de juiste denkinstelling, om het zo maar even
te noemen. Ja, het is voorbij. Ja, ja, ja. Alles wat we zien, horen, of lezen,
bevestigen met een ja, nu weten we het wel en jullie kracht is voorbij. Het is
gedaan, het licht gaat onze eigen Moeder Aarde terug overnemen en wel zeer
snel. Mijn allergrootste dank en groot respect gaat uit, naar diegenen die ze
complotdenkers noemen. Complottheorieën. Fout! Zij hebben het niet bedacht,
maar doorzien. Het is er steeds geweest en zij hebben het ontdekt. Het is geen
theorie, neen, het zijn feiten! Zij en niemand anders liggen aan de basis van
de redding van de aarde. Dikwijls met gevaar voor eigen lijf en leden trokken
zij zich niets aan van wat anderen van hen dachten. Zij zijn meer uitgelachen
dan gefeliciteerd, tijdens de eerste jaren. Het deerde hen niet. Alle
smeerlapperij op de tafel gooien, de beerputten leegtrekken en er voor zorgen
dat de waarheid zou gekend worden. Daarom is het hoge tijd voor het volgende.
Mag ik jullie gemeend bedanken en proficiat wensen voor jullie inzet en
volharding tijdens deze vele en lange jaren! Is hun werk dan voorbij? Neen,
haal alles maar boven wat boven kan gehaald worden, maar het is “dringend” tijd
voor diegenen die zich nu aangesproken voelen om in gang te schieten.
“Bevestiging” van hun bevindingen. Samen een versnelling hoger schakelen. En
wel nu. Wat is er dan contradictorisch aan? Omdat normaal iets negatiefs
vertellen niets bijbrengt zonder oplossing en dat nu de oplossing in de
bekendmaking zit. Hun kracht zit hem in de onbekendheid. Laten we met zijn
allen deze grootste kracht wegnemen. Ja, we hebben jullie gezien. Ja, we weten
het. Ja, jullie overheersing is ten einde. Ja, ja, ja … Indien je de
documentaire bekijkt van Janet kan je duizenden keren bevestigen. Indien je
zoals ik in België woont en je gaat naar een avond met andere “toppers in hun
vak”, ontdekkers van complotten, dan kan je duizenden keren bevestigen. Keer op
keer. Telkens opnieuw. Deze kracht is ons gegeven en het is nu de hoogste tijd
om ze te bundelen. Allemaal samen enkel voor het licht. Moeten wij dan
samenkomen? Moeten wij mekaar leren kennen? Neen, het denken zal zich wel
automatisch verbinden, daar moet je geen moeite voor doen. Stuur de gedachte de
wereld in, nu. Waarom ben ik nu afgeweken van het eerste verhaal? Om aan te
tonen dat het niet gemakkelijk hoeft te zijn, ook bij mij niet. Indien je zou
'veranderen' tijdens je opdracht wees hier dan blij mee. Hoe standvastiger je
zult worden in je uit te voeren taak, hoe meer anderen zullen vinden, dat je
veranderd bent. Je bent van inlichtende taak, naar een verwittigende taak, over
gegaan naar een uitvoerende taak. Het zou kunnen dat anderen je nu even minder
leuk vinden. Indien het voor de goede zaak is, het helpen en dienen van de
mensheid in het algemeen, dan is ook dat goed nieuws. Alle helpers, bedankt
hiervoor !
Nog even herhalen als ik mag :
Programmerend-, herprogrammerend-, creëerend-, visualiserend denken. En ook nog het niet-denken. Wat is hier nu
het belangrijkste van? Je had het antwoord al geraden waarschijnlijk. Dat
bepaal je weer helemaal zelf. Of toch niet helemaal. Denk aan de pizza.
Onderverdelen in kleine hapjes en vooral de volgorde is belangrijk. Maak je
eigen mantra, of wees uitgenodigd om de mijne te gebruiken, en besef
alstublieft de belangrijkheid om je eigen denken te vergrendelen. Doe dit
eerst. Laat enkel nog Licht, Liefde en het juiste en het goede toe in je denken.
Indien je dit niet nodig vindt, waarom doe je dan je auto op slot? Waarom sluit
je het huis af? Waarom is de code van jouw bankkaart een geheime code en
slechts voor jou alleen? Dieven? Er zijn toch geen dieven of indringers op pad?
Lieve Lezer, ik wil jou geen angst aanjagen, en wel het tegendeel, maar er zijn
meer duisteren in het etherische, het astrale, het hiernamaals, of hoe moet ik
het allemaal noemen, dan dat wij allemaal tezamen beseffen. Sluit deze buiten
en snel. Waarom zeg ik dit hier? Hoelang heeft het geduurd voor we doorhadden
dat we beetgenomen werden op aarde? Hoelang zou het duren vooraleer we zouden
beseffen dat we in ons denken nog veel harder worden beetgenomen? Lieve
Lichtwerker, sta op. Ga in je eigen kracht staan en weet dat jij enkel “Licht”
bent. Programmeer je enkel voor het goede en weet dat je dan onschendbaar bent.
Niet zoals sommige valse diplomatieke onschendbaren, maar echt spiritueel
onaantastbaar.
Ooit ben ik in een “zoekende” groep
iemand tegengekomen, die zich bezighield met astrologie. Hij bleek daar heel
goed in te zijn en iedereen had dat ook geweten. Kaartleggen was ook één van
zijn specialiteiten en daar was hij nog beter in. Waar waren wij toch naar op
zoek, terwijl hij het ons zo zou kunnen zeggen? Velen hingen aan zijn lippen
als hij iets vertelde, en zijn succes was zichtbaar. Hij had van de meesten al
een uitvoerige theorie tentoongespreid en allen waren enthousiast met hun nu
gekende toekomst. Op een gegeven dag, komt hij naar mij, met de woorden, dat hij
mij de kaarten ging leggen. Hij vroeg niets, neen, hij zegde het. Mijn
geboortedatum wist hij al en hij vroeg me het juiste uur. Ik zei vriendelijk
dat het niet hoefde voor mij. Hij bekeek me lachend en zei, dat hij het toch
ging doen. Ga je mij tegenhouden misschien? Ik vertelde hem nogmaals,
dat ik het liever niet zou hebben. Weer lachte hij. Ik keek hem in de ogen en
vroeg om het niet te doen, en ja, ik zou hem tegenhouden. Hij bekeek me nog
eens van boven naar onder en lachte weer hartelijk. Ik deed niets. Alhoewel dat
het laatste toch niet helemaal correct is, moet ik toegeven. Ik deed niets
“zichtbaars”. Een week ging voorbij en onze groep kwam terug samen. Lachebekje
kwam naar me toe, in de stress en helemaal zijn kluts kwijt. Van de stoere
kerel van weleer was niets meer te bespeuren. Wat heb jij met mij gedaan?,
vroeg hij. Hoe bedoel je?, vroeg ik rustig. Toen ik de kaarten begon
te leggen, waarvan ik drie keer gevraagd heb, om het niet te doen, dacht ik
bij mezelf, kreeg ik plotseling hevige hoofdpijn. Oei, zei ik, zomaar
ineens, het is nu toch voorbij? Ja, zei hij, het is zo snel weggegaan
als dat het is opgekomen, ik begrijp er niets van. Ja, zei ik, elke emotie
onderdrukkend, dat is inderdaad eigenaardig. Wat is er dan precies gebeurd?
Bij het willen leggen, van de eerste kaart kreeg ik lichte hoofdpijn, bij de
tweede kaart werd dat erger en ik ben er niet in geslaagd om een derde te
leggen. Nooit zo een hoofdpijn gehad. Het toneeltje had nu lang genoeg
geduurd en ik keek hem in de ogen, niet boos, maar wel kordaat. Je begrijpt
het niet en toch is het heel eenvoudig, zei ik. Blijkbaar was je
vergeten, dat ik geen toelating gegeven heb, om in mijn gegevens, in mijn
hoofd, of in mijn “zijn” rond te neuzen. Meer nog, ik heb het je tot driemaal
toe gevraagd, om het niet te doen. Ik heb je de sleutel niet gegeven dus heb je
hem gestolen en ik heb er voor gezorgd dat je hem niet kon gebruiken, meer is
er niet gebeurd. Jouw hoofdpijn ging evenredig de hoogte in met je graad van
diefstal, wat begrijp je daar niet aan? Het ene is een rechtstreeks gevolg van
het andere of niet? Klinkt logisch en eerlijk, toch? Of niet? Hij was nog
steeds in een toestand van “versnelde ademhaling” en wilde hier het fijne van
weten, hij ging me uitvragen. Hoe kon jij weten, waar en wanneer ik die
kaarten ging leggen, en wat is er... Luister, zei ik, jij weet en kunt
zeer veel. Ik weet en kan zeer weinig. Het weinige dat ik denk te weten, ga ik
vanavond niet met je delen. Het waarom is, dat je vanaf nu pas iets mag doen,
na de toelating van de desbetreffende persoon. En dan gaat er geen hoofdpijn
meer optreden. Eerst vragen dus en dan eventueel handelen. Niet zonder “een
gekregen” sleutel uzelf toegang verschaffen “in” iemand anders. Dit heb jij
vandaag geleerd. Jamaar, wat is er dan juist gebeurd? Och, noem het maar
toeval, zei ik. Hij is naar huis gereden en we hebben hem nooit meer
gezien. Nadien keerde de rust terug in onze groep en beseften de meesten dat ze
“eigenlijk in de ban” geraakt waren van hem. Ik kon me niet van de indruk
ontdoen dat we bij elkaar kwamen om “in de ban” te geraken van het licht of van
de liefde of geef het weer een naam die jij het beste vindt klinken. Jij leest
hier “woorden” waar ik slechts gedeeltelijk mee kan zeggen waar het over gaat,
maar dit is momenteel het enige dat we te onzer beschikking hebben, dus gebruik
ik ze graag.
Wat is hier boven nu echt gebeurd? Hoe
heb ik daar ingegrepen? Ik wist het toen zelf niet. Een paar jaar daarvoor, ik
zal een jaar of negentien geweest zijn, zat ik alleen in de wagen en vanuit het
niets begon ik te spreken. Het was me al even duidelijk, dat mij niets of
weinig boeide, van wat de maatschappij vond, dat ik geboeid moest zijn. Er
moest toch iets “meer” of “iets anders zijn” dan het “meeste en het beste van
alles”. Ik had besloten, om daar naar op zoek te gaan. Maar hoe? Boeken? Ja,
maar ik was in de vaste overtuiging dat iedereen een boek kon schrijven. Ik zou
lezen wat deze schrijver zelf vond, of dacht te weten, of dacht te kennen, en
dat dan op papier gezet had. Zou alles waarheid zijn, wat ik zou gaan lezen?
Hoe zou ik hier achter kunnen komen? Dat hield me bezig. Kleine kanttekening
die ik hier bij zou willen maken : Dit geldt ook voor wat ik hier schrijf of
beter nog voor wat u hier leest. Gelooft u mij, dan is het zonde van de tijd
die ik er in gestoken heb en verandert er niets aan de wijze waarop u zichzelf
getraind heeft om uw denken te gebruiken. Leest u echter zonder
vooringenomendheid en geeft u zichzelf de kans om dat wat ik schrijf te
onderzoeken bij uzelf, te laten doordringen en vooral te testen of het wel
overeenkomt met de trilling van uw eigen frequentie, dan ben ik blij dat ik
deze woorden op papier mag zetten. Terug over naar de jij-vorm. Ik schakel
soms over omdat de “u” een andere waarde heeft dan de jij.
Ik zat met veel vragen en weinig
antwoorden. Laat ik deze vragen nu eens stelllen, dacht ik. Ja, maar aan wie?
Vermits ik vernomen had dat God alziend, alwetend en alomtegenwoordig was,
vroeg ik me luidop af, of hij me hier dan zou zien zitten in de auto. Dat zou
straf zijn, en zou hij me dan verstaan, want ik spreek geen sanskriet of andere
“goddelijke talen”. Of had hij medewerkers? Dat kon bijna niet anders, dacht
ik. Als ik vanaf nu slechts goed wil doen en goed wil zijn, dacht ik, zouden die
“helpers” mij dan niet horen? Ik was er niet zeker van en toch geloofde ik er
ergens in.
Alle positieve energieën, zullen mij
leiden en negatieve energieën zullen mij niet raken, sprak ik uit. Vanwaar kwam
dat? Ik had er geen idee van, maar ik vond het wel goed klinken. En vooral, het
voelde goed. Mijn vertrouwen en geloof groeide uit tot een zekerheid. Ik wist,
ik was er vast van overtuigd dat “dit” ging werken en niets of niemand zou me
hiervan nog van gedacht doen veranderen. Het was zo plezant dat ik het
probeerde te zingen. Aiai, neen, toch maar niet doen. Hoelang zou ik dit
blijven herhalen? Ik wist het niet. Zoals ik alles “niet” wist. Ik besloot om
het te zeggen tot aan de volgende afrit, want die ging ik nemen. Onder de
indruk van deze gebeurtenis en vervuld van blijdschap, ben ik deze ene moment
nooit vergeten. Ik had het eerste zaadje gepland. Of beter gezegd. Wegens de
bereidwilligheid van mijn gidsen, ben ik in de mogelijkheid gekomen om dit te
doen. Ik heb de vraag gesteld. Ik heb bewust bescherming gevraagd en heb ze
ogenblikkelijk gekregen. Dan moest ik het zelf doen. Het planten van het
zaadje, heb ik zelf gedaan, maar het mooie van deze hele gebeurtenis is het
feit dat ik het “aangeboden” kreeg. Planten en water geven, dat moet je zelf doen.
Zo gaat het namelijk altijd. Een vraag stellen, antwoord krijgen en er dan
“iets mee doen”, en het zelf verder onderhouden. Het water geven. In dit geval
met het herhalen van een mantra. Mijn eerste gekregen mantra. Ik “wist” nu dat
er “iets” veranderd was.
Een paar jaar later, kom ik dus deze
“veel ruimte innemende” kerel tegen die mij tegen wil en dank zou gaan
“geestelijk ontleden”. Wat heb ik gedaan en wat is er echt gebeurd? Wat ik
gedaan heb is het gebeurde overlopen en vanuit een soort van frustrerend gevoel
de opmerking gedacht, hoe onbeschoft kan iemand zijn? En toch kan ik hier niets
aan doen. Dit voorval stoort mij echt. Ogenblikkelijk daarna kreeg ik weer het
gekende “warme” gevoel en het was alsof ik terug in de auto zat van weleer. Direct
flitste mij de “ouwe getrouwe” mantra binnen, met hetzelfde gevoel daaraan
gekoppeld. Toch zal er “iets” gebeuren, kreeg ik door. Jij bent beschermd. Ik
was gerust gesteld, even dankbaar als voorheen en wist dat het nog een vervolg
zou krijgen. En dat heeft het gedaan. “Ik” heb niet gezegd, dat ik hem ging
tegenhouden, maar het kwam wel uit mij mond. “Ik” heb hem niet tegengehouden,
maar het is wel gebeurd. Er werd me wel gevraagd, door mijn gidsen dus, om te
zeggen dat ik hem had gestopt, dat is iets anders en slechts een afspraak
tussen mijn gidsen en mezelf. En wat hadden zij dan voor me gedaan? Zij hadden
een spiegel geplaatst. Om mij “iets” te laten opmerken, hadden zij, om me heen
een “beschermend reflecterend veld geplaatst”. Goede energieën, blijven welkom
op deze manier, want al het andere, wordt letterlijk teruggestraald. Indien er
iemand het in zijn of haar hoofd zou halen om mij te willen kwetsen is het
gevolg identiek aan wat hij of zij me zou willen aandoen. Waarom kreeg hij dus
hoofdpijn? Hij was niet van plan om mij iets positiefs bij te brengen. Door het
hoofd, een geplande negatieve actie, pijn in het hoofd dus. Na het hele voorval
gingen mijn Gidsen met me in gesprek. Ik schrijf hier bewust Gidsen, dat is
niet als schrijffout, maar wel uit Respect. Dit was niet zoiets als een ja,
neen, maar letterlijk. Luister goed naar wat we nu te zeggen hebben. Wees je
bewust van je krachten. Nu is het “onbewust” gebeurd, en hebben wij iets
gedaan, op jouw aanvraag, stel je maar eens voor wat er zou kunnen gebeuren,
als je “bewust” een gedachte de wereld instuurt. Weer begreep ik van het hele
gebeuren niet veel. Maar, ik wist het wel, want ik had het gezien en zelf
meegemaakt. Toch nog iets zeggen over het soort van gesprek dat ik toen had.
Het is niet zoiets als het horen van stemmen. Stel, dat ik iets zou horen,
omdat het anders zou klinken dan mijn eigen stem, zou ik weten dat het niet van
mij kwam en zou elke twijfel onderuit gehaald worden. Zo werkt het niet. Het is
alsof je het zelf denkt. Je krijgt het dus binnen, maar je weet het niet,
tenzij dat je ook dat begint te beseffen. Je wordt automatisch geleid naar het
Licht en naar het Goede door je eigen denken. Ook al wordt dit “eigen” denken
gestuurd door iets of iemand anders. Zij die “wel” weten.
Dit is een rechtstreeks gevolg van
correcte meditatie. Soms hoor ik mensen zeggen : Er gebeurt niet veel in
mijn meditatie. Dan denk ik bij mezelf, wees blij. Sommige beoefenaren gaan
voor de ervaring. Daar zijn ook al vele boeken over vol geschreven. De ervaring
leert jou op welk niveau jij staat. Denk je dat echt? Niveau, terwijl ik het
schrijf, krijg ik koude rillingen. Een zeer lelijk woord. Het kan je
ondertussen opgevallen zijn dat ik “af en toe” graag eens een voorbeeld geef.
Ook nu. We gaan terug naar de sterkste tang ter wereld. Waarom is dat de
sterkste tang ter wereld? Omdat het jouw tang is, gebruikend door jouw eigen
denken, daarom. We hadden een vastzittende bout, weet je nog? Tijdens de
meditatie plaats je doelbewust de tang, je geeft de juiste richting aan en dan
laat je het los. Toch klopt dit weer niet helemaal, of helemaal niet. Indien je
enkel voor positiviteit gaat en het licht, zoals je jezelf geprogrammeerd hebt,
is dat niet meer nodig. De tang zal dan “automatisch” de juiste kant op draaien.
Zoniet kan jij nooit weten wie de tang hanteert en naar welke kant er mee
gedraaid zal worden. Lieve lezer. Neem je denken terug in eigen handen. En dan.
Laat het maar gebeuren. Nadat je een meditatie een doel gegeven hebt, laat je
ze los. Stel je voor, dat ik tijdens de meditatie aan die tang zou liggen
sleuren. Hoe rustig zou ik worden? Jamaar, wanneer gebeurt het dan wel? Nadien.
Een dag later, de volgende nacht, enkele uren later, volgende week, dat maakt
niet uit. Je meditatie is louter, de pure energie, te gebruiken voor wat jij
zelf wil doen. Voor je aan de meditatie begint, stel je een doel, je
programmeert en je laat los. Een meditatie gebeurt. Weeral hebben we hier te
maken, met een totaal verkeerd taalgebruik. Je kunt niet in meditatie gaan. Nu
is het taalgebruik niet erg. We zullen allemaal zeggen, ik ga mediteren. Om aan
te duiden, dat we ons even is stlite willen terugtrekken. Maar letterlijk, hoe
ik het zeg nu.
Proberen mediteren leidt tot frustratie
en een aangehouden concentratie kan tot meditatie leiden.
Ontspannen aandacht, het niet laten
afleiden, terwijl je bewust op iets gefocust bent, dat is het.
Weer moet ik hier iets aanpassen. Dat is
het gaan zitten in stilte om tot meditatie te geraken. Bewust aan jezelf
werken, om een beter mens te worden en je enkel te laten leiden door het licht,
dat is de enige manier, om te geraken waar we allemaal zo graag zouden zijn.
Terug thuis, bij onze vader of in de schoot van de moeder, noem het weer zoals
je zelf wil. Het mediteren om God te bereiken, indien je niet eerst je karakter
verbeterd hebt, of het gekneed hebt, met de zelfgemaakte klei, van je eigen
gedachten, of je eigen instellingen, leidt tot niets. Jawel, tot ontspanning
dan toch. Laat me voor de duidelijkheid even het achtvoudige pad er bij halen.
Ik ga het hier niet uit de doeken doen of ontleden, dat mag je zelf opzoeken en
het eens onderzoeken, maar het valt me wel op, dat meditatie op plaats acht
staat. Bovenaan dus. Het begint om het in eenvoudige woorden uit te drukken met
een “verbetering van het gedrag, de persoonlijkheid, het karakter. Wat heeft
het ene nu met het andere te maken? Weer terug naar de fameuze sleutel. Die heb
jij niet. Die is in handen van de Vader of de Moeder. Je kunt wel “willen” in
de schoot liggen van de moeder, maar wil zij jou wel in haar schoot? Een
perfecte sprituele gedachte, die altijd geldt in eender welke situatie die je
ook maar kan tegenkomen in je leven is weer “kinderlijk” eevoudig : Wat zou
mijn Vader hiervan denken, of wat zou mijn Vader hier nu doen, in deze
situatie? Wanneer jouw denken, helemaal of bijna overeenkomt, met dat van de
Goddelijke Moeder of de Goddelijke Vader, weer namen, die je mag kiezen of
gerust door mekaar gebruiken, zij vinden het wel goed, ga dan maar zitten. Dan
en slechts dan pas ben je klaar om in meditatie te gaan. Waarom dan wel? Omdat
je dan niet meer moet werken om “weg te geraken”, maar omdat je weg zult
“gezogen” worden. Dan ben je in meditatie, uitgenodigd door God de Vader of God
de Moeder zelf om voor even of voor
altijd, bij hen op bezoek te komen. Niemand gaat moeite doen om deze stap acht
te bereiken. Tenminste geen enkel spiritueel persoon. Ga jij moeite doen, om
ergens op de koffie uitgenodigd te worden, weer als voorbeeld? Stel, dat ik
toch uiteindelijk bij jou zou uitgenodigd worden, om mij te doen stoppen met
zagen. Letterlijk, deze stelling. Waarbij jij denkt. Stop nu met zagen en
zeuren en kom dan uiteindelijk toch maar op de koffie. Zou je mij dan slechts
bezig houden, en me eigenlijk zo rap mogelijk terug buiten willen, of ga je mij
je allerdiepste waarheden en geheimen vertellen, omdat ik daar nu toch ben?
Geef zelf een antwoord op deze vraag graag? Ga jij iemand zonder respect
hetzelfde benaderen als iemand met het allerhoogste respect? Ga jij dezelfde
waarheden en geheimen vertellen tegen de respectloze als tegen de
respectvolle?Hiermee zijn dan ook meteen alle meditatieve ervaringen besproken.
Ik spreek niet over spontane, niet geforceerde ervaringen. Deze blijven echter
altijd persoonlijk. Ik spreek over het bespreken van de ervaringen, waar dan de
strafste een pluim krijgt. Den deze heeft een hoog niveau, jawadde, wat die al
niet gezien heeft, zeg, proficiat. Hij of zij haalt een hoog niveau in de
meditatie. Of zou het zo kunnen zijn dat hij of zij de grootste blokkendoos
krijgt om mee te spelen? Hou u in stilte bezig, dan zijn wij er van af. Denkt
er nu werkelijk iemand, dat je God, of jouw gidsen, iets kan wijsmaken over het
behaalde niveau? Hoe meer je weet, of denkt te weten, hoe minder dat je van
Hem, van Haar of van je gidsen gaat te weten komen. En ga je voor het spektakel
in meditatie, dan ga je het krijgen ook, en hoe? Stel nu dat God geïnteresseerd
geraakt in jou, omdat hij je gedrag leuk en aangenaam vindt, hoe zouden de
“gesprekken” dan verlopen denk je? God geeft het meeste door aan diegenen die
het minste verwachten. Of diegenen met het meeste geduld. Ook dat is juist. En
ook daar is een reden voor. Jij stelt de vraag en je gidsen of god, of een
helper, geven het antwoord. Wanneer? Maakt niet uit, ik zie of ik hoor het wel.
Ik heb mijn ding gedaan, en nu is het aan hen. Ik ben niet gehaast. Alles is
goed, zoals het is, daar ben ik zeker van. Alles Komt Goed.
Wordt vervolgd